Rijden met een camper: tips & tricks

5 januari 2021 in Alles voor je eerste camperreis, Camper- en campingtips & Voor reizigers

Het rijden in een camper is makkelijker dan je denkt. Als je gewend bent aan auto rijden en je bewust bent van de verschillen met een camper, zou je weinig moeite moeten ondervinden. Met de juiste inzichten en de daarbij behorende rijtechnieken kan je veilig en relaxt naar je bestemming rijden. Rijd niet te hard en maak wijs gebruik van de ruimte.

Het vooruitzicht om met een groot voertuig zoals een camper rond te trekken schrikt vele mensen af. Campers zijn groot, breed, lang en lomp. De eerste keer achter het stuur zitten kan dan ook best wel beangstigend zijn. Maar dit hoeft helemaal niet zo te zijn.

1. Houd de breedte van je camper in te gaten

De gemiddelde camper is bijna een meter breder dan de gemiddelde auto. Als je gewend bent om in het midden van je rijbaan te rijden dan zal je ondervinden dat je met je camper over de rechter streep zal gaan. Houd dus rekening met die extra meter in de breedte.

Hoe kan je dit beste oplossen: leer jezelf aan om dichter naar de linker streep te rijden dan dat jezelf en de camper op het midden van de weg centreert. Je kan dit oefenen met je eigen auto door ook meer aan de buitenlijn te rijden dan in het midden van de rijbaan. Maak er een gewoonte van om de bestuurdersstoel op een positie te krijgen dat ie aan de linkerkant van de rijbaan gepositioneerd is.

Als je dan met de camper gaat rijden pas dan de onderste spiegels aan, zodat ongeveer een kwart van het spiegeloppervlak de zijkant van je camper toont. Door deze spiegelpositie kan je zien waar je je op de weg bevindt ten opzichte van de bestuurdersstoel. Controleer op deze manier vaak genoeg of je nog tussen de rijbaan lijnen rijdt.

2. Houd het midden van je camper in te gaten

Als je een bocht maakt zullen de achterwielen niet dezelfde richting volgen als die van de voorwielen; zij nemen namelijk een kortere route. Met lange voertuigen, zoals campers, kan dit net het verschil uitmaken. Als bochten niet goed ingeschat worden kunnen de achterste wielen stoepranden en dergelijke raken en zo kan het voertuig uit balans raken.

Zorg om dit te voorkomen dat je let op dingen die je juist wilt vermijden. Denk hierbij aan stoepranden, verkeersborden, andere voertuigen, dieren, enz. Zorg dat je rechtdoor blijft rijden totdat je eigen lichaam deze dingen gepasseerd is. Draai dan het stuurwiel in de richting die je op wilt. Terwijl je de bocht maakt, houd je de spiegels in de gaten om te controleren of je alsnog geen stoepranden, borden en dergelijke raakt. Als je alsnog te dicht bij deze objecten komt, stuur dan het stuurwiel bij zodat je weer rechtdoor gaat zodat je de objecten voorbij bent en draai dan weer verder in.

Als bochten erg scherp zijn, is het soms nodig dat je eerst in de tegenovergestelde richting draait zodat je een grotere draaicirkel creëert om de bocht te kunnen nemen. Ga langzaam en gebruik je richtingaangevers zodat je aan iedereen op de weg laat weten wat je doet. 

Bochten nemen met de camper

3. Houd de achterkant van je camper in de gaten

Terwijl het midden van de camper dezelfde richting opgaat als de voorkant, zwenkt de achterkant van je camper de andere kant uit. Hoeveel hij uitzwenkt hangt af van hoelang het deel is dat nog achter de achterwielen uitsteekt. Dit kan zo tot anderhalve meter oplopen, dan heb je redelijk veel camper dat uitzwenkt in een bocht. Dit is dus voornamelijk belangrijk om te onthouden als je wegrijdt van plekken waarbij obstakels in de buurt staan zodat je scherpe bochten moet maken, zoals parkeerplekken en benzinestations.

Als er obstakels in tegenoverstelde richting van welke kant je op gaat draaien staan, rijd dan rechtdoor totdat je achterwielen voorbij deze obstakels zijn. Neem langzaam de bocht en houdt de obstakels via je spiegels in de gaten. Het idee is dat je wijde bochten maakt, geen scherpe bochten.

Elke keer als je parkeert, houd dan in de gaten hoe je ook weer uit de parkeerplaats komt. Als dit betekent dat je een scherpe bocht moet maken, zorg dan dat er genoeg ruimte is voor zowel de achterkant die naar de ene kant uitzwenkt als wel het midden stuk die met de rijrichting meegaat.

Bochten maken met de camper

4. Parkeren en achteruit rijden

Probeer krappe parkeerplaatsen te vermijden, vooral als het zicht op mogelijke obstakels verdwijnt. Het is altijd handig om iemand te hebben die bij het voertuig staat om instructies te geven aangaande positionering en obstakels die jij als bestuurder niet kan zien. Zorg dan altijd dat deze persoon jou en de mogelijke gevaarlijke situatie kan zien. 

Leer jezelf aan om op je spiegels te vertrouwen. Het over je schouder kijken en de achteruitkijkspiegel gebruiken zoals je dat in je auto gebruikt werkt niet voor een camper. Je moet gebruik maken van wat je zijspiegels (en je dodenhoekspiegels) je tonen. Vertrouw niet blind op je achteruitrijmonitors. Deze zijn meestal gericht op de grond, maar houden niet rekening met mogelijke obstakels die hoger gepositioneerd zijn, zoals borden, laaghangende takken en dergelijke.

Campers die achteruit rijden zijn vergelijkbaar met auto’s. Je spiegels zijn zo gesteld dat je de zijkanten van de camper kan zien tot en met je bumper.

Achteruitkijkspiegels

5. Houd je snelheid en afstand in de gaten

Zware voertuigen hebben meer tijd nodig om te remmen dan lichte(re) voertuigen. Hoeveel tijd hangt af van verschillende factoren, maar een van de belangrijkste is de rijsnelheid die je zelf in de hand hebt. Minder je snelheid. Hierdoor bespaar je ook geld aan benzine. 

Vergroot ook de volgafstand. De beste manier om ongelukken te voorkomen is de volgafstand te vergroten tussen jezelf en de andere weggebruikers. 

Nog een voordeel van langzamer rijden is dat je merkt dat ruimtes natuurlijk ontstaan tussen jou en de andere weggebruikers die vaart maken om zo snel mogelijk op hun plek van bestemming te komen. 

Snelheidsmeter en kilometerteller

6. Neem de tijd als je van rijbaan wisselt

Controleer je spiegels (en eventueel aanwezig de achteruitkijkmonitor) voordat je wisselt van rijbaan. Maak op tijd gebruik van je richtingaanwijzers. Controleer nog zeker een tweede keer je spiegels voordat je je langzaam naar de andere rijbaan verplaatst. Geef de andere weggebruikers genoeg signalen en tijd om op jou te reageren. 

Als je een auto kan rijden kan je ook een camper rijden

Het rijden in een camper is makkelijker dan je denkt. Als je gewend bent aan auto rijden en je bewust bent van de verschillen hoe je een camper moet besturen, zou je weinig moeite moeten ondervinden. Met de juiste inzichten en de daarbij behorende rijtechnieken kan je veilig en relaxt naar je bestemming rijden. 

Maak gebruik van een campernavigatie

Het voordeel van een camper navigatie is dat het je een hele mooie route laat rijden, eventueel zonder snelweg, maar dat het je niet langs te smalle straatjes stuurt waar je met je camper helemaal niet door heen past. Een goed voorbeeld is de Camper 770 LMT-D van Garmin. Deze is van allerlei gemakken voorzien:

  • Camperroutes en waarschuwingen over de weg; 
  • Gratis digitale verkeersinformatie via DAB, plus gratis live services zoals LiveTrack, basisinformatie over het weer en meer met de Smartphone Link app;
  • Met handsfree functies, waaronder bellen via Bluetooth, smartphone meldingen en navigatie met spraakbesturing;
  • Filterbare campinggegevens van ACSI, NKC en MotorHomeFacts;
  • Ingebouwde Wi-Fi voor eenvoudige kaart- en software-updates; geen computer vereist;
  • Bevat levenslange updates voor flitspalen.

Tip: Zo kun je het beste rijden in de bergen